DraadloosZingen.nl

Waarom een richtmicrofoon meestal niet het gewenste resultaat geeft

Sennheiser MKH416 richtmicrofoon

Wanneer een school of vereniging op zoek gaat naar het huren van enkele toneelmicrofoons, wordt ons met enige regelmaat gevraagd of wij ook zogenaamde richtmicrofoons (soms ook wel richtpijpen genoemd) verhuren. In de ogen van menig regisseur is dit een type microfoon dat eenvoudig voor het toneel gezet kan worden en vervolgens spraak op een perfecte wijze kan versterken.

Helaas is de realiteit meestal anders.

Om beter uit te kunnen leggen waarom zo’n ‘richtmicrofoon’ meestal niet goed werkt, moeten we eerst eens kijken wat er precies met die term bedoeld wordt:

Afbeelding 1: De Sennheiser MKH416 (links) en de Neumann KM184 (rechts).

De shotgun microfoon

De Sennheiser MKH 416 (afbeelding 1) of de Sennheiser ME66 zijn microfoons die vaak als richtmicrofoon worden aangeduid. Deze microfoons zijn van het zogenaamde ‘shotgun’ type en maken gebruik van een interferentiebuis (een buis met gleuven die op basis van looptijdverschillen geluid dat vanaf de zijkant komt onderdrukt) om een hele sterke richtwerking te creëren. Deze microfoons zijn ontwikkeld voor televisie- en filmtoepassingen om geluid op locatie of in de studio op te nemen. Doordat ze geluid dat vanaf de zijkant op de microfoon valt onderdrukken, is het mogelijk om heldere dialoog op te nemen zonder dat storingsbronnen van buitenaf (bijvoorbeeld voorbijrazende auto’s op een snelweg) de verstaanbaarheid verminderen.

Om het geluid goed op te kunnen vangen, moet men dit type microfoon heel nauwkeurig op de mond van een spreker richten. Het ‘opvangpatroon’ (zie afbeelding 2) van de microfoon is dusdanig klein, dat één stap naar links of naar rechts de verstaanbaarheid volledig om zeep helpt. In het geval van een filmopname is het de taak van de geluidstechnicus om de microfoon (buiten het beeld van de camera) door middel van een hengel met de acteur mee te bewegen, zodat de microfoon altijd op de mond van een acteur gericht staat.

Afbeelding 2: de MKH416 heeft een zogenaamde lobar-karakteristiek. Deze microfoon is gevoelig voor geluid aan de voorkant, maar ook aan de achterkant (!).

Vanwege bovengenoemde reden is de toepassing van dit type microfoon, als vaste microfoon op een statief voor het toneel, vrijwel zinloos. Enkel wanneer een acteur op exact de juiste plek voor de microfoon staat én recht in de microfoon spreekt, zal deze het geluid goed kunnen opvangen. In de praktijk is dit echter vrijwel nooit het geval, want de meeste acteurs lopen rond over het toneel en spreken in de richting van hun medespelers.

De condensatormicrofoon met nierkarakteristiek

Een andere ‘richtmicrofoon’ die soms wordt ingezet om spraak bij toneeluitvoeringen te versterken, is een condensatormicrofoon met een zogenaamde nierkarakteristiek. Een voorbeeld hiervan is de Neumann KM184 (zie afbeelding 1).

 Het opvangpatroon (de ‘karakteristiek’) van deze microfoon ziet er uit als in afbeelding 3: de microfoon is gevoelig voor geluid aan de voorkant en de zijkanten van de microfoon, maar in veel mindere mate voor geluid dat vanaf de achterkant van de microfoon komt. Bij dit microfoontype is het minder van belang dat de acteurs recht in de microfoon spreken, een klein groepje acteurs die rondom de microfoon staan kunnen op deze manier worden versterkt.

Het grote nadeel is echter dat de acteurs op zeer korte afstand van de microfoon moeten staan om verstaanbaar te zijn. In de praktijk werkt deze microfoon redelijk goed indien de acteurs niet verder dan 0.5 tot 0.75 meter van de microfoon vandaan staan.

Afbeelding 3: de KM184 heeft een zogenaamde nierkarakteristiek. Deze microfoon is gevoelig voor geluid aan de voorkant en de zijkanten.

De ervaring leert dat het resultaat van het gebruik van bovengenoemde microfoons vaak teleurstellend is. Meestal staan de acteurs te ver van de microfoon vandaan voor een goed resultaat. Daarnaast hangt het resultaat vaak ook sterk af van de akoestiek van de zaal. Wanneer de zaal een zeer goede akoestiek heeft en de microfoons op voldoende afstand van de zaalluidsprekers geplaatst kunnen worden, is met dit type microfoon een redelijk resultaat te behalen. In de praktijk is dit echter bijna nooit het geval, met name wanneer de uitvoering wordt gegeven in een geïmproviseerde theaterzaal (zoals een school, buurthuis, zalencentrum, etc.).

De beste oplossing

Om een uitstekende spraakverstaanbaarheid te garanderen is er in de praktijk maar één goede oplossing: iedere acteur voorzien van een headset of druppelmicrofoon die verbonden is met een draadloze zender.

Deze methode lost de twee eerder genoemde problemen op:

Aangezien de headset of druppelmicrofoon op het gezicht van de acteur wordt bevestigd, draait de microfoon altijd mee met het hoofd van de acteur. Welke beweging de acteur ook maakt, de microfoon staat altijd op de geluidsbron (de mond) gericht.

Net zoals wanneer iemand verder van een andere persoon vandaan staat, het stemgeluid zachter zal zijn dan wanneer die persoon dichterbij staat, geldt dit ook voor een microfoon die het geluid moet opvangen. Acteurs die rondlopen over het toneel zullen daarnaast bij een vaste microfoonopstelling steeds een andere afstand tot de microfoon hebben. Hierdoor zullen acteurs die verder van de microfoon vandaan staan moeilijker te verstaan zijn.

Een headset of druppelmicrofoon kan zéér dicht bij de bron van het geluid worden geplaatst, namelijk: de mond (zie afbeelding 4). Hierdoor vangt de microfoon vrijwel enkel het stemgeluid van de betreffende acteur op en niet de storende achtergrondgeluiden. Bovendien blijft de afstand tot de bron altijd hetzelfde, waar de acteur zich ook op het podium bevindt.

Afbeelding 4: de bron van het geluid. De headset of druppelmicrofoon kan zeer dicht bij de mond worden geplaatst en blijft altijd op dezelfde plek zitten.

Mobiele versie afsluiten